Streeklaboratorium voor de Volksgezondheid; Afdeling Medische Microbiologie en infectieziekten; Canisius Wilhelmina Ziekenhuis
zoek in
Vademecum
ga naar beste resultaat
toon alle resulaten
VADEMECUM
»
Parasitologische micro-organismen
»
P - S
»
Schistosoma
««« Schaamluis
Schurftmijt »»»
Schistosoma
Schistosoma spp.
gezochte parasiet
Schistosoma spp.
ziektebeeld
Bilharzia.
opmerking
Stadium 1:
Cercariën-dermatitis (lokale overgevoeligheidsreactie van de huid op binnendringen cercarien, eosinofilie). Duur enkele dagen, geen laboratoriumdiagnostiek.
Stadium 2:
Toxemisch stadium (Katayamasyndroom: gegeneraliseerde overgevoeligheidsreactie op rijpende schistosomen in lever en op gang komende eiproductie, hypereosinofilie). Vanaf 3-6 weken na besmetting, duur maanden.
Stadium 3:
Chronisch stadium (perivasculaire granulomateuze ontstekingsreactie uitgelokt door eieren geproduceerd door volwassen wormen, eosinofilie). Verschijnselen afhankelijk van voorkeurslokalisatie wormen, verschilt per soort. Echter ectopische laesis komen voor.
SEROLOGIE
verwekker / ziektebeeld
Schistosoma mansoni, intercalatum, haematobium, japonicum
materiaal
Bloed
bepaling
Antilichaamdetectie
transportmedium
Stolbuis - vacutainer rode dop
(B1)
toelichting
Serologie is positief vanaf tweede stadium
Serologie is groepsspecifiek: Schistosoma spp.
PARASITOLOGIE
verwekker / ziektebeeld
Schistosoma mansoni, intercalatum, haematobium, japonicum
materiaal
Biopt rectum, blaas
bepaling
Microscopie
transportmedium
Potje met rode dop - steriel
(P3)
toelichting
Biopt blaas bij verdenking op Schistosoma haematobium na overleg met arts-microbioloog.
verwekker / ziektebeeld
Schistosoma haematobium
materiaal
Urine (24 uurs)
bepaling
Microscopie
transportmedium
Urinebokaal
(F6)
toelichting
In stadium 3:
Voorkeurslokalisatie veneuze plexus blaas.
Frequente pijnlijke mictie, hematurie.
Cave: fistelvorming.
verwekker / ziektebeeld
Schistosoma japonicum, mansoni
materiaal
Feces
bepaling
Microscopie
transportmedium
Potje met bruine deksel
(P5)
toelichting
Onderzoek op drie verschillende monsters kan zinvol zijn.
Geringe en onregelmatige eiproduktie, derhalve een interval van enkele dagen tussen fecesmonsters aanhouden. Meerdere verse (3) fecesmonsters aanleveren.
Na adequate therapie worden nog 4-6 weken levende eieren uitgescheiden, daarna kleinere aantallen dode eieren: controle derhalve > 6 weken na therapie.
Er is geen correlatie tussen aantal eieren en pathologie.
MOLECULAIRE BIOLOGIE
gezochte parasiet
Schistosoma spp.
materiaal
Feces / Urine
transportmedium
Potje met bruine deksel
(P5)
Buis met kleurloze dop en pipet
(P8)
bewaren tot bewerking
Koelkast
opmerking
PCR is groepsspecifiek: Schistosoma spp.
Na een positieve PCR zal microscopie worden uitgevoerd voor de aanwezigheid van levende eieren.
Feces: geringe en onregelmatige eiproductie, derhalve drie monsters insturen met een interval van 1-2 dagen.
Urine: geringe en onregelmatige eiproductie is het grootst rond het midden van de dag en na lichamelijke inspanning, derhalve bij voorkeur 24-uurs urine (bokaal) insturen.
««« Schaamluis
Schurftmijt »»»
laatst bijgewerkt: 27 oktober 2021
SlimbitCMS: info
OK